De ontsnapping

Ik versnel mijn pas en kijk intussen op mijn onzichtbare horloge. Vanuit mijn ooghoeken zie ik er één op me afkomen. ‘Mevrouw, mag ik u iets vragen?’

Gevlucht om thuis te ontsnappen aan vragen als: ‘Mama, weet jij waar mijn biologieboek deel drie is? Mam, mag Mike mee-eten vanavond? Wat eten we dan? Kun jij me straks naar de voetbal brengen?
Even voelen dat ik ook nog gewoon mij ben en niet een soort afvoerputje dat de hele dag dingen oplost, op en neer rijdt, voedsel binnen haalt en alle resten weer opruimt.
Even voelen dat ik iemand ben met een bankpas. Met een eigen vrije wil.

Maar ook hier heb ik geen rust. Het is er een van de ergste categorie, een meeloper. Kent u die? ‘Mevrouw, mag ik u iets vragen, het is maar twee minuutjes?’ Terwijl deze gup me overdreven vriendelijk aankijkt, dribbelt hij precies in mijn tempo met me mee. Ik ben ineens een setje geworden. ‘Kent u Hello Fresh?’

Ik schijn de ideale doos te zijn voor deze maaltijdboxen. Precies de doelgroep. Huisvrouw, dik in de veertig, beetje vermoeid. Zeker de vijfde keer dat ik hiervoor wordt achtervolgd. Mijn hartslag is hoog maar met een big smile zeg ik: ‘Nee, sorry, ik heb geen zin.’ Het zorgvuldig ingestudeerde antwoord van de laatste jaren. Na tientallen aangesmeerde abonnementen op liefdadigheidsorganisaties, kranten en loterijen.

Mijn eerste techniek bestond uit niet aankijken en omlopen. Maar blijkbaar was iemand dat stelletje ronselaars gaan klonen: ze stonden werkelijk overal. Na een rondje stad had ik geen winkel van binnen gezien en ging ik nog leger terug naar huis dan ik al was. Ik bedacht een nieuwe smoes: Ik ben al lid van die krant, die loterij of dat goede doel. Heel effectief. Jammer genoeg ben ik zo’n gevoelig typje dat er wakker van ligt wanneer ik dat dan tegen Artsen Zonder Grenzen zeg, terwijl ik daar wél echt lid van ben.

Ik zou ze natuurlijk ook wat actiever kunnen benaderen met een stevige omhelzing of een scheldpartij. Iets met aanval en beste verdediging. Maar ik wil zo min mogelijk interactie. ‘Geen zin’ is duidelijk, niet gelogen en ik hoef me ook niet te schamen wanneer ik die jachthonden een tijdje later weer passeer. Nu nog afleren om sneller te gaan lopen en naar mijn pols te kijken.

Plaats een reactie